Gebouwd van 1967 t/m 1995 &
2001
Jan
Klein
Goldewijk
en
de
broers
Harrie
en
Theo
Groot
Zevert
(Vruchtman)
zochten
in
1967
een
manier
om
de
vrije
uurtjes
in
de
zomermaanden
goed
in
te
vullen.
Wagenbouwen
leek
de
mannen
een
leuke
bezigheid
en
bleek
een
schot
in
de
roos;
het
was
leuk
werk,
je
kon
er
je
creativiteit
in
kwijt
en
het
slokte
menig
uurtje
op.
De
drie
kregen
de
smaak
te
pakken
en
zagen
hun
clubje
al
ras
uitdijen
met
Jos
Korenromp,
timmerman
Theo
te
Vogt,
lasser
Martin
Hofstede
en
de
handige
Anton
Huinink.
Het
stevige
fundament
voor
een
succesvolle
wagenbouwgroep
was gelegd.
Groepshistorie
De
eerste
wagen
van
de
groep
Groot
Zevert
werd
gebouwd
in
de
schuur
van
de
familie
Stroet
aan
de
Waterdijk.
Daarna
verkaste
Groot
Zevert
naar
het
erf
van
zagerij
Teun
Nijenhuis
(Beijer)
aan
de
Heelweg.
Geplakt
werd
hier
niet.
Daarvoor
week
de
groep
uit
naar
de
boerderij
van
Ernst
aan
de
Zieuwentseweg.
De
groep
pakte
de
zaken
goed
aan
en
gooide
vanaf
het
begin
hoge
ogen
met
hun
creaties.
De
bouwers
wisten
niet
alleen
hoe
ze
goede
wagens
moesten
maken,
maar
ook
hoe
geld
was
te
verdienen
met
het
corso.
Naast
de
kwaliteitswagen
verscheen
Groot
Zevert
ook
verschillende
jaren
met
een
tweede
wagen
aan
de
start.
In
1969
bijvoorbeeld
met
de
creatie
Helaas,
hier
rust
de
Beltrumse
politie.
Dit
was
een
snel
en
gemakkelijk
te
bouwen
wagen,
die
extra
prijzengeld
opleverde
waarmee
de
hoge
bouwkosten
konden
worden
gedekt.
Presteren
werd
steeds
belangrijker
voor
de
bouwers
van
de
groep
Groot
Zevert.
Maar
gezelligheid
en
ontspanning
moesten
er
ook
zijn.
Daarom
kon
er
flink
worden
gelachen
om
zaken
die
mis
gingen.
Zo
was
voor
de
wagen
Oceaan-idylle
een
groene
ondergrond
nodig.
Mos
was
een
geschikte
bodembedekker.
Een
reis
van
zestig
kilometer
naar
een
bos
met
veel
mos
met
een
losse
structuur
leverde
niet
genoeg
materiaal
op.
Besloten
werd
mos
te
zoeken
in
het
Vragender
Veen.
Streekbewoners
Klein
Goldewijk
en
Groot
Zevert
wisten
het
Veen
echter
niet
te
vinden.
Onderweg
moest
zelfs
aan
boeren
de
weg
worden
gevraagd.
Na
enige
omzwervingen
werd
het
Veen
toch
gevonden
en
begon
een
loodzware
klus:
drijfnat
en
dus
loodzwaar
mos
over
een
flinke
afstand
uit
het
Veen
naar
de
verharde
weg
halen.
In
1975
verjongde
de
groep
Groot
Zevert
flink.
Er
werd
vanaf
toen
gebouwd
bij
Jan
en
Tonnie
Nijenhuis
(Beijer
van
het
Slat)
aan
de
Heelweg.
De
bouwers
van
het
eerste
uur
vonden
het
uiteindelijk
in
1978
welletjes
en
gaven
het
stokje
over
aan
de
jonge
garde.
Ze
hadden
nu
tijd
voor
andere zaken.
Als in 1978 de jonge garde aan het roer komt bij de groep Groot
Zevert,
verandert
de
naam
in
Salomons;
naar
de
corsowagen
getiteld
Salomons
oordeel
uit
1975.
Drijvende
krachten
zijn
Bennie
Broshuis,
Matthieu
Klein
Gunnewiek
en
Peter
Groot
Zevert.
De
groep
bouwde
de
wagens
bij
Jan
en
Tonnie
Nijenhuis
aan
de
Heelweg.
De
grootste
drijfveer
was
gezellig
met
de
dames
een
corsowagen
te
bouwen.
Daarnaast
wilden
ze
in
ieder
geval
hoger
eindigen
dan
wagenbouwgroep
Losse
Flodders.
Een
groot
deel
van
de
wagenbouwgroep
voetbalde
in
het
eerste
elftal
van
voetbalvereniging
Losse
Flodders,
terwijl
hun
bouwers
in
het
tweede
elftal
speelden.
In
het
veld
was
er
altijd
strijd
en
deze
werd
tijdens
het
bouwen
van
een
corsowagen voortgezet. Maar wel op een leuke manier!
Tot
ongeveer
1985
bouwde
de
groep
op
traditionele
wijze:
met
veel
hout
en
een
conventionele
manier
van
plakken.
Vanaf
dat
jaar
zijn
ze
anders
te
werk
gegaan.
Allereerst
verruilden
ze
hout
voor
ijzer.
Omdat
ijzer
beter
te
verwerken
en
lichter
is.
Daarnaast
liepen
Bennie
en
Matthieu
–
beide
postbode
–
tijdens
hun
werk
regelmatig
tegen
interessante
partijen
ijzer
aan.
De
opbouw
van
de
wagens
na
1985
bestonden
voor
het
grootste
gedeelte
uit
laswerk.
Er
werd
een
geraamte
in
elkaar
gelast
hierover
werd
gaas
aangebracht
met
daarop
papier-
maché.
Vanaf
1987
werden
bloemen
meer
door
elkaar
geplakt.
Enkele
van
de
leden
hielpen
in
Lichtenvoorde
mee
met
het
plakken
van
bloemen.
Daar
werden
al
verschillende
kleuren
bloemen
door
elkaar
geplakt.
Bont
plakken
werd
het
genoemd.
Hiermee
liepen
ze
behoorlijk
voor
de
muziek
uit
en
gooiden
ze
hoge
ogen.
Eind
jaren
tachtig
toonden
de
Salomons
zich
heer
en
meester
in
het
Beltrumse
dahliageweld.
Ze
behaalden
vier
keer
op
rij
de
eerste
plek.
Het
was
ook
de
tijd
dat
ze
diverse
materialen
uitprobeerden.
Zo
werden
koppen
gesneden
uit
PUR-schuim.
Een
klusje
voor
houtsnijders
Anton
Huinink
en
Aloys
Koster.
Niet
alle
noviteiten
waren
een
succes.
In
1990
werd
op
gedeeltes
van
de
wagen
in
plaats
van
gaas
krimpfolie
verwerkt.
Hier
werd
papier-maché
overheen
gezet.
Doordat
het
regende
tijdens
het
corso,
vielen
papier
en
dahlia’s
er
zo
af.
Zondag
’s
morgens
moesten
er
altijd
onderdelen
op
de
corsowagen
geplaatst
worden.
Dit
gebeurde
op
de
kruising
van
de
Hofstraat
met
de
Dorpsstraat
tijdens
de
hoogmis.
Hun
motto
was
dan
ook
hoe
groter
het
materieel
hoe
mooier.
Zo
hebben
zij
in
1990
een
grote
telescoopkraan
ingezet
om
de
corsowagen op te bouwen.
Vanaf
1968
werd
door
Groot
Zevert
eigen
bloemen
verbouwd.
Deze
werden
verbouwd
bij
Theo
Groot
Zevert
aan
de
Kooigootsweg,
later
werden
de
dahlia’s
verbouwd
bij
Hendrik
Nijenhuis
(postkantoor)
aan
de
Dorpsstraat.
Salomons
verbouwden
diverse
jaren
de
bloemen
bij
Paul
Huinink
aan
de
Waterdijk,
later
bij
Tonnie
Nijenhuis
aan
de
Heelweg
en
daarna
bij Jos Boschker aan de Waterdijk.
In
1995
rolde
de
laatste
corsowagen
van
de
Salomonsband.
De
drijvende
krachten
achter
de
wagenbouw
waren
verhuisd
naar
Lichtenvoorde.
Het
avonden
achter
elkaar
reizen
naar
Beltrum
kostte
hen
teveel
tijd.
Ze
besloten
te
gaan
bouwen
bij
een
groep
in
Lichtenvoorde.
De
kleine
groep
die
overbleef
zag
het
niet
meer
zitten
om
een
corsowagen
te
bouwen.
Het
oordeel
werd
geveld:
stoppen.
In
2001
pakten
de
Salomons
nog
één
keer
de
handschoen
op.
Ter
gelegenheid
van
het
veertigste
corso
werd
nog een wagen gebouwd.
Created by P.L Last update 19-10-2019
Anekdotes
Eén van de dames vond dat ze er aan toe was om
hogerop te komen; in plaats van kontjes knijpen
wilde ze nu wel eens bloemen plakken. Dit
verzoek werd gelijk ingewilligd. Ze werd met stoel
en al aangepakt en hoog op de steiger gezet. Hier
kon ze verder gaan met kontjes knijpen.
#
Toen Peter Groot Zevert in 1990 was getrouwd,
moest hij als opdracht dahlia’s verkopen in de
cafés van Lichtenvoorde. In het eerste café kwam
door het grote succes van de verkoop het laatste
bosje dahlia’s al snel in zicht. Omdat zij de hele
avond nog voor zich hadden en nog meer plezier
wilden beleven aan de verkoop, moesten de andere
Salomonsleden dezelfde dahlia’s weer terug
kopen. Aan het eind van de avond werden de
dahlia’s (bosjes van ca. 5 bloemen) verkocht voor
5 gulden. Nooit geweten dat dahlia’s zo duur
konden zijn.